Afkortingen cardiologie
afkortingen cardiologie met de letter A
ACS: Acuut Coronair Syndroom Ziektebeeld dat zowel het acute myocardinfarct met en zonder ST elevatie als instabiele angina pectoris (IAP) omvat.
AED: Automatische Externe Defibrillator. op een geautomatiseerde manier een elektrische schok wordt toegediend, indien VF of VT wordt geregistreerd.
AF - Afib: Atriumfibrilleren oftewel boezemfibrilleren
AFL: Atriumflutter oftwel een boezemflutter
AHA: American Heart Association
AMI: Acuut Myocardinfarct
Ao: Aorta
AoI: Aortaklepinsufficiëntie
AoS: Aortaklepstenose
AP: Angina Pectoris
ARB: Angiotensine Receptor Blokker (Angiotensine II antagonist)
ARVC: Arythmogene RechterVentrikel Cardiomyopathie (zie ARVD)
ARVD: Arythmogene Rechterventrikel Dysplasie (ook wel ARVC). voornamelijk de rechterkamer vervetting en aneurysmavorming optreedt. Gaat gepaard met plotse dood en ventriculaire tachycardie, is een ICD indicatie
ASD: Atrium Septum Defect
ATP: Anti-tachy Pacing. waarbij door korte pulsjes in de rechterkamer of -boezem een ventriculaire of atriale tachycardie kan worden beëindigd.
AVA: Aortic Valve Area Aortaklepoppervlak
AVNRT: Atrio-ventriculaire Nodale Re-entry Tachycardie. Dit is een supraventriculaire tachycardie welke ontstaat in de AV-knoop. Hierdoor kan na een extrasystole, in de AV-knoop zelf een cirkel (re-entry) tachycardie ontstaan.
AVR: Aortic Valve Replacement. Aortaklepvervanging door een biologische prothese (over het algemeen varkensweefsel) of mechanische prothese.
AVRT: Atrioventriculaire Re-entry-Tachycardie. er een re-entry circuit ontstaan tussen atria, AV-knoop, ventrikels en de aberrante verbinding.
AVSD: Atrio Ventriculair Septum Defect. Congenitale aandoening waarbij een defect bestaat op het niveau van zowel atria als ventrikels.
afkortingen cardiologie met de letter B
Biv-ICD: Biventriculaire Implanteerbare Cardiale Defibrillator. Apparaat dat een implanteerbare cardiale defibrillator (ICD) combineert met cardiale resynchronisatie therapie (CRT).
BMI: Body Mass Index
BMS: Bare Metal Stent
afkortingen cardiologie met de letter C
CAG: Coronair AngioGrafie
CABG: Coronary Artery Bypass Grafting (Bypass chirurgie). Hierbij worden vaatverbindingen aangelegd om de vernauwing in de coronaire te overbruggen.
CCS: Canadian classificatie Cardiovascular Society. Classificatie van de ernst van angina pectoris klachten;CCS I: geen beperkingen in dagelijks functioneren, AP klachten pas bij forse inspanningen/ werk of sport; CCS II: lichte beperking van normale activiteiten. AP klachten bij bijvoorbeeld 2 trappen lopen; CCS III: Duidelijke beperking dagelijkse inspanningen; CCS IV: AP klachten bij minimale inspanningen.
CCU: Coronary Care Unit (Hartbewaking), hier werken gespecialiseerde verpleegkundigen die zijn opgeleid tot CCU verpleegkundige.
CI: Cardiac Index (zie Cardiac Output)
CMP: Cardiomyopathie
CO: Cardiac Output. Hartminuutvolume (in liter/ min). Geïndexeerd naar lengte en gewicht spreekt men van Cardiac Index (CI).
CPAP: Continuous Positive Airway Pressure. Niet-invasieve beademingsondersteuning
CRT: Cardiale Resynchronisatie Therapie. Ook wel biventriculair pacing.
CTO: Chronische Totale Occlusie
CVD: Centraal Veneuze Druk
CX Circumflex artery: zie Ramus Circumflex (RCx)
afkortingen cardiologie met de letter D
D1 t/m D4 Diagonaal takken, aftakkingen van de LAD (RDA) richting het anterolaterale gedeelte van de linker ventrikel.
DCM(P): Dilaterende CardioMyopathie
DDD/DDI(R): nomenclatuur voor het type en de instelling van een pacemaker. Bij een DDD pacemaker wordt zowel in de rechter boezems als de rechter kamer gesensed en gepaced.
DES: Drug Eluting stent
afkortingen cardiologie met de letter E
ECV: Elektrische Cardioversie
ECG: Elektrocardiogram
EDV: Eind Diastolisch Volume
EF: Ejectiefractie
EFO: Elektrofysiologisch Onderzoek. Klinisch onderzoek dat wordt verricht ter evaluatie van AV-geleidingstoornissen en/of ventriculaire en supraventriculaire hartritmestoornissen.
afkortingen cardiologie met de letter F
FFR: Fractionele Flow Reserve. Cathetertechniek waarbij door middel van intracoronaire drukmetingen, de hemodynamische significantie van een stenose kan worden bepaald.
FRIMA: Free RIMA, zie RIMA
FS: Fractional Shortening. De verkortingsfractie.
FVT: Fast (snelle) Ventriculaire Tachycardie. Terminologie uit de ICD wereld. Als een ICD een snelle VT registreert wordt vaak overgegaan tot therapie. Er wordt dan gekozen voor ATP of eventueel een shock.
afkortingen cardiologie met de letter G
GPIIb3A: Glycoproteine IIb3a receptor antagonist. Intraveneus medicament dat zorgt receptor voor directe thrombcytenaggregatieremming via blokkering van de GpIIb3a antagonist receptor. Deze medicatie (zoals Abciximab, Reopro®) is bewezen effectief gebleken ten tijde van een ST elevatie acuut myocardinfarct met stentplaatsing en wordt tegenwoordig (naast aspirine en clopidogrel) al in de ambulance toegediend.
Grace score: Mortaliteitsuitkomst in het ziekenhuis met de GRACE-score bij Stemi en Non-stemi patiënten.
afkortingen cardiologie met de letter H
HCM: Hypertrofische Cardiomyopathie
Heart score: Scoring systeem op de SEH voor patiënten met pijn op de borst voor risico indicatie
HOCM: Hypertrofische Obstructieve Cardiomyopathie
HR: Hartritme
afkortingen cardiologie met de letter I
IABP: Intra Aortale Ballon Pomp.Tijdelijke mechanische ondersteuning. Verbetert de perfusie van de coronairen en vermindert de afterload.
IAP: Instabiele angina pectoris.
IAS: Inter Atriaal Septum
IVGS: Intraventriculaire Geleidingstoornis. Verbreed QRS complex, door aspecifieke ventriculaire geleidingsvertraging, niet volgens typisch RBTB of LBTB.
ICD: Implanteerbare Cardiale Defibrillator
ICU: Intensive Care Unit
IPL-infarct: Infero-postero-lateraal infarct. Een infarct meestal ten gevolge van afsluiting van de RCA of RCX.
IVS: Inter Ventriculair Septum
IVUS: Intravascular Ultrasound. Cathetertechniek waarbij met echografie in de coronair arteriën atherosclerotische plaques worden
gevisualiseerd. Het kan ook behulpzaam zijn bij het evalueren van de juiste plaatsing van een stent.
afkortingen cardiologie met de letter L
LA: Linker Atrium
LAA: Left Atrial Appendage. Het linker hartoor.
LAD: Left Anterior Descending coronary artery, zie RDA.
LAFB/LAHB: Links anterior hemiblok. Uitval van de anterior fascikel van de linker bundeltak.
LBBB/LBTB: Linker BundelTak Blok. Volledige uitval van de linker bundeltak.
LCA: Linker Coronair Arterie. Ontspringt uit de linker coronaire cusp (LCC) en splitst zich normaalgesproken in de LAD (ofwel RDA) en de Circumflex arterie (ofwel RCX).
LCC: Linker Coronary Cusp. Onderdeel van de aortaklep en de oorsprong van de LCA.
LIMA: Left Internal Mammarian Artery. Afsplitsing van de a. subclavia links. Deze verloopt achter het sternum en geeft kleine takken af naar sternum en ribben. Bij bypass chirurgie worden de kleine aftakkingen geklipt en wordt de LIMA als bypass gebruikt voor stenosen in de LAD en/of meerdere diagonaal takken.
LPFB/LPHB: Links Posterior Hemiblok. Uitval van de posterior fascikel van de linker bundeltak.
LV: Linker Ventrikel
LVAD: Left Ventricular Assist Device. Mechanische ondersteuning van de hemodynamiek door middel van een pomp die tijdens een operatie in het hart wordt geplaatst. LVAD’s zijn tegenwoordig draagbaar en kunnen weken tot maandenlang gebruikt worden, voornamelijk in de wachttijd tot een harttransplantatie.
LVEDD: Linker Ventrikel Eind Diastolische Diameter
LVEDP: Linker Ventrikel Eind Diastolische druk
LVEF: Linker Ventrikel Ejectie Fractie. Een normale LVEF bedraagt ca. 60%.
LVESD: Linker Ventrikel Eind Systolische Diameter
LVH: Linker Ventrikel Hypertrofie
LVSD: Linker Ventrikel Systolische Dysfunctie
LVOT: Linker Ventrikel Outflow Tract
LVPW: Linker Ventrikel Posterior Wall
afkortingen cardiologie met de letter M
MAP: Mean Arterial PressureGemiddelde bloeddruk. (2x diastole + 1x systole) / 3
MAZE: Eigenlijk geen afkorting, wordt soms kort gebruikt voor MAZE ablatie. Dit is een procedure ter behandeling van atriumfibrilleren,waarbij een ablatie verricht wordt rondom de inmonding van de longvenen van het linker atrium.
MI: Mitralisklep Insufficientie
MO 1 t/m 3: Margo Obtusis. Aftakkingen van de ramus circumflexus van de linker coronair arterie. Deze voorzien in de perfusie van het latera le gedeelte van de linker ventrikel.
MPAP: Mean Pulmonary Artery Pressure. Gemiddelde druk in de arteria pulmonalis: Komt overeen met (2x diastolische PAP + 1x systolische PAP) / 3
MS: Mitralisklep Stenose
MSCT: Multislice CT. Wordt tegenwoordig steeds vaker gebruikt voor non-invasieve beeldvorming van de coronairen.
MVA: Mitral Valve Area. Het mitralisklepoppervlak.
MKP: Mitralis Klep Plastiek. Reparatie van een mitralisklep bij mitralisklepinsufficiëntie of stenose. Bij dilatatie van de annulus wordt vaak een ring geplaatst.
MVP: Mitral Valve Prolaps (mitralisklep prolaps) Abnormaal doorbuigen van de mitralisklep, waardoor de klep niet meer goed sluit.
MVR: Mitral Valve Replacement (mitralisklep vervanging), Vervanging van de mitralisklep door een bioprothese of kunstklep.
afkortingen cardiologie met de letter N
Non STEMI: Myocardinfarct zonder ST elevatie op het ECG
NSVT: Non-sustained Ventrikel Tachycardie. Ventriculaire tachycardie die korter duurt dan 30 seconde en waarbij er geen sprake is van hemodynamische instabiliteit.
NYHA: New York Heart Association; NYHA I: geen klachten, NYHA II : klachten tijdens forse inspanning., NYHA II : klachten tijdens matige inspanning, NYHA IV : klachten in rust of bij lichte inspanning.
afkortingen cardiologie met de letter O
OHCA: Out of Hospital Cardiac Arrest
afkortingen cardiologie met de letter P
PAC: Prematuur Atriaal Complex. Ook wel Supraventriculaire extrasystole, SVES.
PAF: Paroxysmaal Atriumfibrilleren
PAH: Pulmonale Arteriële Hypertensie. Geïsoleerde pulmonale hypertensie van alleen het arteriële vaatbed.
PAP: Pulmonary Artery Pressure. Druk gemeten in de arteria pulmonalis.
PCI: Percutane Coronaire Interventie
PCWP: Pulmonary Capillary Wedge Pressure, Wiggedruk. De wiggedruk komt overeen met de druk in de linker boezem.
PE: Pericard Effusie
PFO: Patent Foramen Ovale, Bij 25% van de mensen sluit het foramen ovale niet (volledig) na de geboorte. Er kan dan bij valsalva manoevres een shunt van rechts naar links ontstaan.
PHT: Pulmonale Hypertensie. Hypertensie van het arteriële en veneuze pulmonale vaatbed. Vaak secundair aan een cardiale oorzak.
PHT: Pressure Half Time
PI: Pulmonalisklep Insufficiëntie
PJC: Prematuur Junctioneel Complex
PLCX: Postero-Laterale tak van de ramus circumflex
Voorziet in de perfusie van het posterolaterale gedeelte van de linker ventrikel.
PL-tak: Postero-Laterale tak
Vertakking van de rechter coronair arterie of circumflex. In het laatste geval spreekt men vaak van de PLCX.
PM: Pacemaker
POB: Pijn Op Borst
PS: Pulmonalisklepstenose
PTCA: Percutane Transluminale Coronair Agioplastiek Dotterprocedure met of zonder stent plaatsing.
PVC: Prematuur Ventriculair Complex. Ook wel Ventriculaire extrasystole (VES) genoemd.
PVR: Pulmonic Valve Replacement. Pulmonalisklepvervanging.
afkortingen cardiologie met de letter R
RA: Rechter Atrium
RBBB/RBTB: Rechter Bundeltak Blok. Volledige uitval van de rechter bundeltak.
RCA: Rechter Coronair Arterie, Rechter ventrikel en onderwand. Vaak splitst de RCA in een posterolaterale tak (PL-tak) ende ramus descendens poster,ior (RDP). De RCA geeft vaak proximaal een tak af richting de sinusknoop.
RCC: Right Coronary Cusp
RCx: Ramus Circumflex.. Ook wel kortweg Cx, Afsplitsing direct na de hoofdstam van de linker coronair arterie. Voorziet in perfusie van posterieure en posterolaterale zijde van de linker ventrikel. De Cx heedft aftakkingen, se Margo Obtusis (MO) en posterolateraal (PLCX) takken.
RDA: Ramus Descendens Anterior, Ook wel LAD (left anterior descending artery). Het betreft de grootste tak van de linker coronair arterie en is verantwoordelijk voor de perfusie van het septum. en de voorwand en anterolaterale zijde van het hart. Vanaf de RDA zijn er vertakkingen naar anterolateraal takken (D1, D2, D3 etc) en naar het septum (S1, S2, S3 etc). Vaak verloopt de RDA tot over de apex van het hart.
RDP: Ramus Descendens Posterior. Betreft een aftakking van de rechter coronair arterie of circumflex en verzorgt de doorbloeding van het septum. Indien de RCA de RDP afgeeft spreken wij van een rechts dominant systeem. Indien de RCX de RDP afgeeft spreken wij van een links dominant systeem.
RF-ablatie: Radiofrequentie-ablatie, Elektrofysiologische ablatie procedure waarbij gebruik wordt gemaakt van hoogfrequente radiogolven. De elektrodetip bereikt een temperatuur van ongeveer 50˚C.
RIMA: Right Internal Mammarian Artery.. Afsplitsing van de a. subclavia rechts. Deze verloopt achter het sternum en geeft kleine takken af naar sternum en ribben. Bij bypass chirurgie worden de kleine aftakkingen geklipt en wordt de RIMA indien mogelijk als directe bypass gebruikt voor stenosen in de RCA.
RV: Rechter Ventrikel
RVH Rechter Ventrikel Hypertrofie
RVOT: Rechter Ventrikel Outflow Tract
afkortingen cardiologie met de letter S
SAM: Systolic Anterior Movement van de mitralisklep. Bij hypertrofische (obstructieve) cardiomyopathie, of bij ziekten van de mitralisklep kan het voorste klepblad .van de mitralisklep te veel naar het septum toe bewegen/worden gezogen. Hierdoor ontstaat (verdere) obstructie van het linkerventrikel outflowtract en mitralisklep insufficientie..
SBE: Systemische Bacteriële Endocarditis. Deze afkorting wordt bijvoorbeeld gebruikt in “SBE-Profylaxe”.
SR: Sinusritme
STEMI: ST Elevatie Myocard Infarct. In principe is een ST-elevatie myocardinfarct een indicatie voor spoed PTCA.
SVES: Supraventriculaire Extrasystole. Ook wel prematuur atriaal complex (PAC) genoemd.
SVG: Saphenous Vein Graft. Veneuze bypass graft van de vena saphena magna.
SVT: Supraventriculaire-tachycardie
afkortingen cardiologie met de letter T
TEE: Transoesophageale Echocardiografie. Ook wel OES of slokdarm echo. Deze wordt voornamelijk verricht ter evaluatie van klepafwijkingen, atriumseptumdefect, overige congenitale hartziekten, bij verdenking op endocarditis en analyse naar eventuele cardiale emboliebron.
TI: Tricuspidalisklep Insufficiëntie,
TTE: Transthoracale Echocardiografie
TVP: Tricuspidalis Klep Plastiek. Reparatie van een tricuspidalisklep bij ernstige tricuspidalisklepinsufficiëntie. Bij dilatatie van de annulus wordt vaak een ring geplaatst.
TVP: Tricuspidalis Klep prolaps Abnormaal doorbuigen van de tricuspidalisklep, waardoor de klep niet meer goed sluit.
TVR: Tricuspidalisklep Vervanging (Replacement)
afkortingen cardiologie met de letter V
VCI: Vena Cava Inferior
VCS: Vena Cava Superior
VES: Ventriculaire Extrasystole. Wordt ook wel prematuur ventriculair complex (PVC) genoemd.
VF: Ventrikelfibrilleren
VO2 Max: Maximale zuurstof opname capaciteit. Deze waarde wordt berekend bij inspanningstest met registratie van de ventilatie. Het is de meest nauwkeurige objectieve maat voor de ernst van patiënten met hartfalen.
VSD: Ventrikel Septum Defect
VT: Ventrikeltachycardie
VVI/VVIR: Nomenclatuur voor het type en/of de instelling van een pacemaker. Bij een pacemaker met instelling VI of VVIR wordt alleen in de rechterkamer gepaced en gesensed.
afkortingen cardiologie met de letter W
WPW: Wolff Parkinson White syndroom
meer informatie over Cardiologie
Klik hier voor meer informatie over Cardiologie